Jane Jacobs zei het al: het sidewalk ballet, de dagelijkse interactie op straat, is de basis voor een aantrekkelijke stad. Het passeren, de notie dat er anderen in de stad wonen, in één oogopslag kunnen zien of iemand blij of gevaarlijk is, is de basis voor samenleven. Lopend en fietsend groet je je buren, weet je waar je thuis bent. Als we ons verschansen in huizen of auto’s en alleen digitaal communiceren ontstaan miscommunicatie en wantrouwen.
Een straat verandert niet snel van positie. Broadway, het oude indianenpad, is nog altijd de lifeline van New York. De keuze voor een stratenpatroon is daarom een wezenlijke keuze. Eenmaal goed is het voor heel lang goed, eenmaal fout is het lastig te herstellen.
Het schema ‘de polsslag van de verandering’ (zie de afbeelding hierboven), stamt al uit een van de eerste producten van ons bureau, en geeft prachtig weer hoe de snelheden van veranderingen in stedelijk gebied verschillen.
Bij nieuwe straten is de kunst om profielmaat en blokmaat goed te kiezen. De profielmaat, de straat zelf, moet van gebruik kunnen veranderen: van fiets tot auto naar wat nog komt. En die goede stoepen van Jane natuurlijk. Dat vraagt ruimte, maar een goede straat is zeker niet te breed. Oversteekbaar, kunnen wisselen tussen lopen in de zon of de schaduw en niet uit je hemd waaien zijn belangrijke kwaliteiten. Bij de blokmaat, de afstand tussen de straten, is overmaat een kwaliteit. Denk aan de Amsterdamse grachtengordel. Een goede tuin, een binnenhof, een dieper gebouw of een slimme parkeeroplossing: het past er allemaal in.
In ons ontwerp voor Almere Euroquartier (zie de blokken-tekening hierboven) hebben we het grote, flexibele blok getest met verschillende gebouwtypologieën die zijn uitgewerkt door drie architecten. Dit project is weliswaar niet gebouwd, maar heeft een goede basis gelegd voor onze kennis op het gebied van de ideale maat voor een flexibel en duurzaam blok.
Bij vernieuwen in de stad ligt het stratenpatroon al grotendeels vast. Hier is de uitdaging te gebruiken wat er is en daar goed op door te bouwen. Je kunt alles slopen en opnieuw beginnen, maar daar wordt een stad zelden beter van. De interessantste steden zijn laag over laag vernieuwd en verrijkt. Dat betekent: goed kijken en puzzelen. In stedelijke vernieuwing is de opgave straten aangenamer te maken, misschien versmallen, plekken toevoegen. In een bedrijventerrein zijn vaak te weinig straten en is het zoeken naar mogelijkheden voor het verfijnen van het netwerk.
Het terrein van een textielfabriek in Almelo verandert in een buurt. De Kalverstraat, een ongewoon smalle straat tussen de fabriekscomplexen, vormt met de oude gevels het nieuwe hart van de buurt.
In een tijd waarin het publieke domein onder druk staat en aanslagen het nieuws beheersen is de straat als plek voor iedereen nog belangrijker. Met stedenbouwkundige kennis maak je gefundeerde keuzes en bouw je aan de kwaliteiten van de stad.
Urhahn bestaat in 2016 25 jaar. Opgericht door Gert Urhahn als eenmanszaak ‘Stedenbouwkundig ontwerpbureau ir. G.B. Urhahn BNSP’, uitgegroeid tot een uniek bureau dat ontwerp en strategie verbindt. Die combinatie zit vanaf het begin in ieder project. Elke opgave is onderdeel van een voortdurend onderzoek naar de kracht van stedelijkheid, maatschappelijk nut en noodzaak en ruimte voor het onverwachte. Met een reeks beschouwingen op het vakgebied vieren wij 25 jaar Urhahn. Wat hebben we geleerd, wat leren we vandaag? En vooral: hoera, wat is het toch een mooi vak!
Lees ook onze andere artikelen: